Een van de paardeneigenaren in mijn buurt staat regelmatig met belangstelling te kijken als ik aan het werken ben met één van de eigen of revalidatiepaarden. Graag verleent hij ongevraagd advies: Ik zou hem met een bitje rijden, je moet niet masseren maar meer rijden, deze is te dik, deze is te mager, er staat teveel onkruid op jouw weide, je moet meer mest op jouw weide gooien, enz enz.
Altijd met de beste bedoelingen …
Vorige week kreeg ik tot mijn verbazing een gerichte positieve vraag. ‘Jij hebt mij toch een keer verteld dat jij kon zien of een paard pijn had’ vroeg hij mij. Ik bevestigde dit en hij vroeg of ik naar zijn oude ruin kon komen kijken. Want die wou niet eten en lag vaak neer.
Samen gingen we naar zijn weide toe. Een haflinger ruin kwam naar ons toe geslenterd. Niet struikelend, niet slofferig maar met een vaste tred. Ik had het dier al vaker gezien en gehoord. Hij heeft longproblemen (dampig) en bij vochtige warme dagen hoor je hem vaak hoesten. Ik wist dat hij niet van de dikste was door de dampigheid en de ouderdom maar schrok enorm toen ik hem van dichtbij zag. Eenmaal bij ons, begon hij naar zijn buik te trappen.
“Kijk”, zei de eigenaar: “Dat doet hij sinds vandaag. Ik dacht aan koliek maar dat kan niet want hij eet niet. En ik weet dat als ik naar de dierenarts bel dat die zegt dat het toch een oud beestje is en dat er niets meer aan te doen is. Maar dat roept ze al jaren en hij is er nog steeds. Maar als jij nu zegt dat hij pijn heeft dan, ja, dan laat ik de dierenarts komen voor een spuitje want ik vind dat hij niet moet afzien.”
Daar stond ik dan met de verantwoordelijkheid van leven of dood.
Ik voelde het dier, zijn rug voelde hard en koud aan maar nog niet op. Bij de punten van de spijsvertering was alles leeg. Hij trapte weer naar zijn buik. In connectie met het dier ging ik op zoek naar pijn. Die was er wel bij de buik maar niet van dien aard dat het voor dit dier het einde moest betekenen.
‘Wat bied je hem om te eten?”
“Hij krijgt goed hooi hier van de weide en een hand mais. Ik heb hem ook slobber van (goedkoop dierensupermarktmerk) gegeven maar hij eet bijna niks, een paar sprietjes hooi, niet meer. Ik dacht misschien heb jij een middeltje?”
“Ik ga ffkes wat halen” zei ik en liep naar huis toe. Dit gaf me ook de tijd om rustig na te denken hoe ik hem een advies kon geven waar hij wat mee ging doen. Ik kwam terug met een portie slobber van Vitalbix. Deze heeft drie voordelen: is voornamelijk ruwvoer (goed voor de dikke darm), is heel snel klaar (enkele minuten) en heel fijn en smakelijk (slobbert makkelijk weg zelfs als je je niet goed voelt).
“Dat gaat em niet opeten” zei hij, wijzend naar het paard dat ondertussen op de grond gaan liggen was. Hij zette de bak bij het hoofd van het paard…. Hoezo niet eten, hij slobberde het in een paar minuten naar binnen.
De eigenaar stond met verbazing te kijken. Ik gaf hem nog een proefverpakking van Vitalbix Mash en legde hem uit waar hij deze kon krijgen en waarom dat het belangrijk was dat hij ruwvoer binnenkreeg. En als het morgen niet beter was dat hij toch de dierenarts moest bellen. En dat hij het best de wondjes kon verzorgen want anders gingen deze ontsteken.
We gingen uit elkaar. De dagen erop nam ik een handje Dodson Build & Glow mee als ik bij het paard passeerde om oa. zijn spijsvertering wat te helpen om de voedingsstoffen goed op te nemen. Hij liep wat kwieker rond en ging niet meer liggen.
Gisteren zag ik de eigenaar weer en vroeg hoe het nu ging. “Ah veel beter, hij trapt niet meer naar zijn buik en hij gaat ook niet meer liggen”. “Ja”, zei ik “Vitalbix NutriMash is goed spul”.
“Dat heb ik niet gehaald, ik ben muesli weest gaan halen want dat is goed om op krachten te komen”. “En nu eet hem trouwens weer alles dus dan is het niet nodig dat ik dat ga halen”.
…. Er is nog een hele weg te gaan qua kennis over paardenvoeding …
(PS: ik hou het paard langs de zijlijn in de gaten)
Weet jij ook niet alles over paardenvoeding? Graag nodig ik je dan uit naar de cursus Paardenvoeding op 12 oktober in De Schootse Hoeve in Weelde (B), op 13 oktober in Manege Alblasserdam (NL) en op 2 november op Stal De Ruige Heide in Berendrecht (grens B-NL boven Antwerpen).